dinsdag 23 maart 2010

Een wereld van wijn


Wanneer Pathé adverteert met een avond “Wine, Food, Film” hoef je geen volleerd socioloog te zijn om een inschatting te maken van de gemiddelde bezoeker. Paar kenmerken: 35+, Gooisch, overgewicht, corduroy, bootschoen, parels, bovengemiddeld inkomen, grote bek. En veelal nul verstand van wijn. Die inschatting klopte. Zoals vaak is het dan fijn om de anomalie te zijn (jaja, los van het overgewicht).

We werden gisteren ontvangen in Maxime, de nieuwe brasserie / restaurant van Pathé, spin-off van het succes van Callas. Na twee aardige wijn-spijs combinaties werden we verzocht naar de filmzaal te gaan. Inclusief een glas wijn uiteraard. Er was eerst gebral van de aanwezige Hagenaren. Er was ook vooral de heze inhoudsloze stem van de Gooische botox-trol achter me. Toen ik dat eenmaal leerde negeren kon ik dan toch doen waarvoor ik gekomen was: Mondovino kijken. Eindelijk. Het mag ook wel, 6 jaar na de première.

John Nossiter bedoelde zijn documentaire als aanklacht tegen de globalisering van de wijnindustrie. Het resultaat na 3 jaar filmen op 3 continenten heeft meer weg van een maffia-epos: een verhaal van meer dan 2 uur over verschillende rijke wijnfamilies met hun vetes, intriges en liefdes over en weer en tussen de verschillende generaties. De mening van de filmmaker is duidelijk: hij wil het “persoonlijke en natuurlijke” in wijn behouden en verzet zich tegen “McDonaldisering”: standaardisering van processen door menselijk ingrijpen die voor een herkenbare, consistente smaak en kwaliteit moet zorgen. Hij brengt het goed: de kleine wijnboer in het Zuid-Franse Aniane – die zich als David tegen Goliath verzet tegen de komst van de Mondavi’s uit de VS – wordt vele malen sympathieker in beeld gebracht dan zijn opponenten.

Ben ik het met hem eens? Niet perse. Ja, wijn is een prachtig, romantisch product dat mooier wordt als de maker in balans is met de natuur en zo uniciteit behoudt. Net als kaas, fruit en nog veel meer levensmiddelen. Mag je daarom geen marketing en moderne bedrijfsvoering en vinificatietechnieken toepassen? Dat geloof ik niet. Werd er vroeger alleen maar goede wijn gemaakt? Nee. Net als nu. De wijnmarkt zal toegaan naar een verdeling waarbij ca. 80% voor de massa is en 20% de “premium” tot “icon” klassen representeren voor de upscale markt. De dynamiek van vraag en aanbod gold vroeger niet anders dan nu en prijzen waren en zijn niet puur een afspiegeling van alleen kwaliteit. Negeren dat de wereld “kleiner” is geworden in het proces wat we globalisering noemen is kortzichtig. Wat wel steekt is smaakvervlakking. Een wijnboer die zijn product aanpast om meer Parkerpunten te krijgen. Één flying winemaker die het gros van ’s werelds topwijnen behandelt. En niet doen betekent financiële zelfmoord: je verkoopt minder. Het waardeketen van hoogwaardige wijn heeft een schakel erbij gekregen met enorm veel macht: een handvol “kwaliteitskeurmerken” van met name Robert Parker en The Wine Spectator die erg bepalend zijn voor prijs en afzet. Wat mij verbaast is dat het zo ver heeft kunnen komen. Waarom luistert de wereld naar één man? Omdat hij begrijpelijk praat waarschijnlijk. Wanneer een wijn wordt omschreven als “ “ laat dat veel ruimte open voor eigen interpretatie (als je het al begrijpt). Dat hij 96 van de 100 punten krijgt niet. Oplossing is een “objectiever” gekwantificeerd waardeoordeel, opgesteld door een bredere organisatie. Wijnkenners aller landen verenigt u zou ik zeggen. Vooralsnog zijn die alleen veel te veel met hun eigen ego bezig.

Vind ik het een goede documentaire? Ja. Volmondig ja. Het is prachtig gefilmd en Nossiter heeft de gave om achtergrondelementen op dusdanige wijze te betrekken bij het onderwerp dat alles heerlijk gerelativeerd wordt. Voorbeelden zijn de schetenlatende bulldog van Robert Parker, het spiegelbureau van Michel Rolland en de huishoudster van Lodovico Antinori. Prachtige elementen die het karakter van de persoon in kwestie versterken, soms tegen het karikaturiserende aan. De hele documentaire is met één camera gefilmd, meer dan de helft van de tijd bediend door Nossiter met de camera in zijn zij terwijl hij in gesprek is met het onderwerp.

Goed begin van de week. Tip voor liefhebbers van romantiek, kleinschaligheid, duurzaamheid en wijn:
www.vinovero.nl. Daar doen ze niet aan Parker-punten.

Stick 'm up punk...


Het Paard van Troje ontvangt de Fun Lovin' Criminals, vrijdagavond 19 maart 2010. En ik was daar uiteraard bij.
Zelden iemand gezien die zo tevreden is met zichzelf als zanger Huey, en die er ook nog mee wegkomt. Eigenlijk geldt dat voor alle drie de heren. Zelfs drummer Frank (“the Rhythm Master”) – met zijn 150kg niet de meeste lichamelijke aantrekkingskracht van het trio – heeft een uitstraling die voor menig groupie voldoende is om zich als uitgehongerde carnivoor op zijn hoeveelheid vlees te werpen. Het zware stemgeluid van Huey verhoogt het vochtigheidsgehalte in de zaal nog meer, en dat weet ‘ie. Een ode aan Barry White – de meester – is dan ook terecht en volkomen logisch.

Muzikaal gezien lijkt het allemaal wel veel op elkaar, maar dat maakt niet uit want het is ook allemaal goed. Het gelikte en strakke van het optreden doet wel wat af aan spontaniteit en binding met het publiek, maar hee, het zijn performers uit New York, show moet gelikt en strak.

De voorliefde voor het maffiathema: ik geloof het allemaal niet zo dat ik naar drie muzikale maffiosi zit te kijken. Feit blijft wel dat de heren alle schijn ophouden: ze bezitten ze onder meer een transportbedrijf, een afvalverwerkend bedrijf, enkele bars en een pub in Dublin. En ja, als je eenmaal in de waste management business zit... Het tweede regelmatig terugkerende thema is drugs. No doubt about that. “We love coming here!” schreeuwt Huey, om vervolgens “Smoke ’m” in te zetten. Stem daarom vooral niet op voorstanders van een strenger drugsbeleid, voor je het weet komen ze niet meer.

Afijn, het maakt ook allemaal niet zo veel uit. Het zijn patsers, wat niemand hen kwalijk neemt. En ze maken daarbij ook nog erg chille muziek.